vacant (bn.) [Frans], 1 wepel [een weinig gebruikt woord voor leeg, vacant].
vacature (v.; -s) [<Latijn vacatura], 1 wepelheid [wepel is een weinig gebruikt woord voor leeg].
vaccin (o.; -s) [Frans], 1 entstof.
vaccinatie (v.; -s) [<Frans vaccination], 1 inenting.
vaccineren (overgankelijk ww.) [<Frans vacciner], 1 inenten.
vacuole (v.; -n) [Frans, van Latijn vacuus (hol)], 1 celblaas.
vacuüm (o.; vacua of -s) [<Latijn vacuum (het lege)], 1 luchtledige, luchtledigheid; 2 (natuurkunde) ijlte.
vakantie (v.; -s) [<Latijn vacantia], 1 verlof, verloftijd; 2 verlofreis.
vanadium (o.), zie het onderwerpblad scheikunde.
vandaal (m.; vandalen), 1 vernielzuchtige, vernieler.
vandalisme (o.) [Frans], 1 vernielzucht.
variabel (bn.) [<Frans variable], 1 veranderlijk, wisselend.
variabele (v.; -n), 1 veranderlijke.
variabiliseren (overgankelijk werkwoord), 1 (bijvoorbeeld gezegd van autokosten) » gebruiksvolgend maken.
vector (m.; -en) [Latijn (drager, voerder), van vehere (voeren)], 1 (wiskunde, natuurkunde) voerstraal, voerlijn; 2 (biologie) voermiddel.
Vela, zie het onderwerpblad sterrenkunde.
velaar, velair (m.; velaren, velairen) [<Frans vélaire], 1 raakklank [raak = het (zachte) gehemelte].
ventilator (m.; -s) [Latijn], 1 waaier, wentelwaaier.
ventileren (overgankelijk werkwoord) [<Frans ventiler], 1 (in alle betekenissen) luchten.
verbum (o.; verba) [Latijn], 1 woord; 2 werkwoord.
verificatie (v.) [<Frans vérification], 1 waarschouwing, waarkeuring [zie verifiëren].
verifiëren (overgankelijk ww.) [<Frans vérifier], 1 waarkeuren, waarschouwen [van schouwen = nazien, inspecteren, dus 'inspecteren of iets waar is'].
vermout (m.) [<Frans vermouth <Hoogduits Wermut (alsem)], 1 bepaalde wijn met aftreksel van alsem » wermoedwijn [zie alsem].
verticaal (bn.) [<Frans vertical], 1 loodrecht, opstaand.
verticuteren (overgankelijk werkwoord), 1 loodsnijden.
verzekering (v.; -en) ['zeker' <Latijn securus], 1 verwissing [verouderd woord, van (ge)wis = zeker].
veteraan (m.; veteranan) [<Latijn veteranus], 1 oudstrijder; 2 oudgediende.
video (m.; -'s) [<Latijn video (ik zie)], 1 videoband » beeldband.
video- [<Latijn video (ik zie)], 1 als eerste lid in samenstellingen » rolbeeld-.
videocamera (v.; -s), 1 rolbeeldvester [van rolbeeld = video + beeldvester = camera].
videorecorder (m.; -s) [Engels], 1 beeldopnemer, beeldbandopnemer.
videotape (m.; -s) [Engels], 1 beeldband.
Virgo, zie het onderwerpblad sterrenkunde.
virus (o.; -sen) [Latijn (oorspronkelijk: dik slijm)], 1 smetkorrel.
vitamine (v.) [gevormd van Latijn vita (leven) + Hoogduits Amin (amine), omdat men dacht dat alle vitaminen een aminogroep bevatten], 1 levensstof, kwikstof.
vitamine A <retinol, van het Latijnse retina (netvlies)>, zichtkwikstof, nachtzichtkwikstof [vitamine A bevordert het nachtzien].
vitamine B1 <thiamine, vroeger aneurine>, rijstvlieskwikstof [vitamine B1 werd het eerst aangetoond in het zilvervliesje van rijst; zie ook beriberi].
vitamine B2 <riboflavine>, weikwikstof [vitamine B2 werd voor het eerst op grote schaal gewonnen uit melkwei].
vitamine C <ascorbinezuur>, scheurbuikzuur, scheurbuikkwikstof [vitamine C voorkomt scheurbuik, zoals het woord 'ascorbine' al zegt (ontkennend a + scorbutus (scheurbuik))].
vitamine D, zonlichtkwikstof [deze vitamine wordt door het lichaam zelf voortgebracht onder invloed van zonlicht].
vitamine E <tocoferol>, vruchtbaarheidskwikstof [tocoferol komt van het Griekse tokos (nakomeling) + pheroo (dragen), omdat aangenomen werd dat het een vruchtbaarheidsbevorderende stof betrof].
vitamine K, bloedstollingskwikstof.
vitamine M <folinezuur of foliumzuur>, loofkwikstof [Latijn folium = blad, aangezien de vitamine vooral in groene bladeren, loof, aangetroffen wordt].
vitrage (v.; -s) [Frans, van vitre (ruit)], 1 glasgordijn » glasvoorhang.
vivipaar (bn.) [<Latijn viviparus, van vivus (levend) + parere (voortbrengen)], 1 levendbarend.
vocaal (v.; vocalen) [<Frans vocal], 1 klinker.
vocabulaire (o.) [Frans], 1 woordenschat.
vocatief (m.; vocatieven) [<Latijn casus vocativus], 1 aanroepnaamval.
voicemail (v.) [Engels], 1 spraakpost.
voicerecorder (m.; -s) [<Engels voice recorder], 1 gespreksopnemer.
Volans, zie het onderwerpblad sterrenkunde.
volière (v.; -s) [Frans], 1 vogelhuis, vleug (v.).
volleybal [<Engels volley-ball], 1 (o.) bepaald balspel » vliegbal; 2 (m.; -len) bal die bij dit spel gebruikt wordt » vliegbal [vergelijk Afrikaans vlugbal].
voogd (m.; -en) [<Latijn vocatus (advocatus)], 1 mondboor [Oud- en Middelnederlands woord, van mond (macht, zeggenschap; vergelijk mondig) en boor van baren (dragen)].
vrucht (v.; -en) [<Latijn fructus], 1 wassem (m.; -s) [de voortzetting van het Oudnederlandse woord wahsmo, wasmo, dat is afgeleid van het werkwoord wahson (wassen, groeien) + een achtervoegsel -sem dat 'natuurprodukten' vormt, zoals in bloesem of bliksem].
vulkaan (m.; vulkanen) [genoemd naar de Romeinse god van het vuur Vulcanus], 1 vuurberg.
Vulpecula, zie het onderwerpblad sterrenkunde.